De Folklore
Luik, stad van folklore
De marionet en het folkloristische personageTchantchès (vertaling in het Waals van de voornaam François) is de verpersoonlijking van de echte koppige, weerspannige en graag drinkende Luikenaar. Volgens de legende is Tchantchès geboren tussen twee straatstenen van Djus-d’la-Moûse (‘over de Maas’ in het plaatselijke dialect, dus in de volkse wijk Outremeuse). De mensen die hem vonden waren verwonderd toen ze hem van bij zijn geboorte hoorden zingen: "Allons, la mère Gaspard, encore un verre" (kom op, moedertje Gaspard, geef me nog een glas). Al snel bleek onze Tchantchès een ondeugende kwajongen te zijn, goed gezelschap, maar bijzonder koppig. Nanesse, zijn liefste, was moedig en liefhebbend, maar liet zich door Tchantchès niets op de mouw spelden.
Het poppentheater
Tchantchès spreekt tot een publiek van gezinnen in een mengeling van Frans en verstaanbaar Waals, en nodigt het publiek mee uit op zijn avonturen.
Die staan meestal in verband met de episodes uit het leven van Karel de Grote. Tchantchès snelt de Keizer ter hulp door stampend met zijn klompen de duivel of de heks te bestrijden.
De feesten van 15 augustus
Het niet te missen feest van het jaar speelt zich af in de wijk Outremeuse. Vier dagen lang worden de straten van de wijk en de nisjes die aan Maria gewijd zijn verlicht. Een mensenmassa loopt door de straten en de peket vloeit rijkelijk. Op het programma: poppenspektakel, volksdansen, processie van de zwarte Maagd, openluchtmis met preek in het Waals, afsteken van voetzoekertjes, grote optocht van de Reuzen, volksspelen, concerten, ... Mâti l’Ohé (Mathieu l’Os) geeft het einde van de festiviteiten aan.
De studentenfolklore
Het academiejaar volgt ook het ritme van de studentenfeesten. Ontgroeningen en dopen in het begin van het jaar, sinterklaas in december en ‘Saint-Torê’ in maart... Wees dus niet verbaasd als u achter de hoek van een straat een strompelende jongere aantreft met een volgekladde schort om het lijf en een studentenklak (pet met lange klep) op het hoofd, terwijl hij een weeë geur verspreidt. Het zijn de onmisbare attributen van elk rechtgeaard fuifbeest.
Enkele woordjes
oufti: typisch Luikse interjectie van verbazing
potale: kleine nis of kapel gewijd aan Maria
aubette: kiosk, wachthuisje
drache: regenbui
kot: studentenkamer
guindaille: studentenfeest
trémie: tunnel
Aan tafel
pèkèt: jenever
chique: snoepje
bonbon: koekje
mitraillette: sandwich... met frieten
cramique: melkbrood met rozijnen en suiker
sauce lapin: saus die bij de gehaktballen hoort
goulafe: gulzigaard
Enkele lieve woordjes
crapôde: meisje of vriendin
galant: goede vriend
binamé: vriendelijk... Il est bien binamé
poyon: kuiken... Mi p’tit poyon
mi p’tite gueûye: liefkozende term, mijn schatje
mamé: aardig, lief
Enkele minder lieve woordjes
èwaré: stomverbaasd
bièsse: idioot, dom
lêd djône: letterlijk lelijke jongen; boefje
clô t’gueûye: hou je mond
va-s’ti fé arèdjî: loop naar de hel